Suriname

12 juli 2016 - Paramaribo, Suriname

Wat een prachtig en ontzettend leuk land is Suriname. Vanuit Belem Brazilië komen we op 20 juni aan op Zandery, het internationale vliegveld. Vanuit de lucht zien we de enorme hoeveelheid oerwoud onder ons voorbij komen. Pas op het laatste moment zien we de bebouwing. En dat blijkt ook te kloppen. Ruim 80 % van Suriname is nog oerwoud, jungle of moet ik zeggen bos, zoals onze Saramakaanse gids later de jungle benoemt. Maar goed, Suriname is zo leuk dat het verhaal deze keer wat langer is dan te doen gebruikelijk, dus ga er even rustig voor zitten of kijk gewoon wat plaatjes. 

Historisch centrumHet is werkelijk aangenaam om na 9 weken Portugees, en dan steeds in een ander dialect (lees niet te leren en veelal binnensmonds en niet te verstaan), weer onze eigen taal te horen. Alhoewel, niet overal. De supermarkten worden hier voor 99,9 % gerund door Chinezen. Er schijnen daarvan twee soorten te zijn, zij die hier zijn geboren en getogen en zij die pas later zijn geïmmigreerd. Die laatste groep spreekt geen Nederlands of engels, maar wel weer Surinaams, wat wij dan weer (nog)niet begrijpen, dus toch nu en dan toch een kleine taal barrière. 

Peters & Pauls basiliek binnenzijdeDe historische panden zijn vooral gemaakt van hout. Dit heeft te maken met de snelle groei in de 19e eeuw, er waren geen stenen, de klei te slap en dus was de oplossing huisjes van hout te bouwen. Dat levert overigens een prachtig historisch centrum op. Een enorm grote houten basiliek, de kerk is niet heel lang geleden prachtig gerestaureerd. Veel oude panden zijn prachtig gerestaureerd, maar lang niet allemaal, het plaatje van het ministerie van Sociale zaken en woninghuisvesting zegt genoeg. 

Ministerie van Sociale zaken en woninghuisvestingWe bezoeken Fort Zeelandia, met een prachtige overzichtstentoonstelling over de verschillende bevolkingsgroepen van Suriname.  De Surinaamse bevolking is een samenstelling van Indianen (oorspronkelijke bewoners van Suriname), Creolen (afstammelingen van Afrikaanse slaven), Javanen, Hindoestanen en Javanen (die allemaal als contractarbeider naar Suriname zijn gekomen, na de afschaffing van de slavernij) en Chinezen. Daarnaast leven er nog boeroe’s (afstammelingen van de Hollandse boeren) en Libanezen, Guyanezen in Suriname.Het is een rijk samengesteld land waar hindoestanen, afrikanen, de inheemse stammen en chinezen samenwonen, naast en met elkaar. We lopen het platje op waar een herdenkingssteen staat voor de 15 slachtoffers van de december moorden. We zijn er stil van, de kogelgaten in de Fort Zeelandiamuur en het gegeven dat de vermoedelijke daders tot op heden nog niet zijn berecht. 30 juni is de planning dat de strafeis wordt uitgesproken door de requisiteur, maar Bouterse doet er schijnbaar van alles aan om ook nu weer het geheel te frustreren (inmiddels is de strafeis weer opgeschort naar 5 augustus). Hij heeft aangegeven in te zullen grijpen en spreekt van een constitutionele crisis. Het kan nog wel even spannend worden op de vooravond voor het grote Keti-Koti feest op 1 juli. ‘1 juli is het de herdenking van de afschaffing van de slavernij in Suriname, in 1863. Vijfenveertig jaar nadat de slavernij was verboden kwamen ongeveer 40.000 (Afrikaanse) slaven vrij. Het zware werk op de plantages moesten ze echter nog tien jaar blijven doen, al was het dan tegen betaling. Keti kotiOp 1 juli 1863 schaft Nederland de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Die dag wordt er sindsdien als feestdag gevierd. Creoolse Surinamers en Antillianen in Nederland vieren deze dag ook of herdenken de eerste juli in de kerk. In Suriname heet deze dag officieel 'Dag der Vrijheden' om zo deze dag voor alle inwoners van het land een feestdag te laten zijn en niet alleen voor de nazaten van de slaven. Maar de gebruikelijke naam is Keti Koti, de gebroken ketenen, of Manspasi, emancipatie. Er kwamen na de afschaffing van de slavernij overige ook heel wat nederlandse boeren naar Suriname. Meer dan 50 % overleefde dit niet vanwege de slechte voorbereidingen en ziekten. 

Veel van de Afrikaanse slaven, de Marrons geheten, vluchtte in die tijd naar de Surinamer rivier. Wij gaan daar vervolgens een aantal dagen naar toe. We rijden met een busje mee in de richting van Atjoni. Maar voordat we Paramaribo verlaten stoppen we nog even voor een soort van bouwmarkt, we moeten nog op 1 passagier wachten. Terwijl we daar, geduldig als we zijn, op een stoepje zitten spreekt een wat oudere man ons aan. En waar gaan jullie naar toe? vraagt de man. Wij gaan naar Isadou, eilandje in de surinamer rivier. Tegenover Jaw Jaw. Oh ja dat ken ik wel, zegt de man. Goed oppassen voor de muggen. Er zijn daar veel malariamuggen. Ik geef jullie de goede tip, zorg dat je altijd met je neus in de wind vooraan een groepje mensen staat. Want het is bekend dat malariamuggen tegen de wind in vliegen. De mug steekt dan eerst de achterste man, pas als hij weer trek heeft komt hij weer terug voor de volgende. Kleine kans dat wanneer je vooraan staat nog aan de beurt komt (hilarisch). Later delen we dit zeer boeiende gesprek met Doris (onze Samarakaanse gids) de tranen rollen over  zijn wangen, die man is hier dus duidelijk nog nooit geweest! Er zijn de gekste verhalen over de binnenlanden van Suriname, maar het zijn allemaal verhalen van mensen die hier nog nooit geweest zijn. Na ongeveer een half uur komt dan eindelijk de lang verwachte gast. Zonder een woord stapt hij in en daar gaan we dan. We komen drie uur later aan bij Atjoni. 

Atjoni

Hier houdt de weg letterlijk op. Vanaf hier gaat alles over het water, er zijn geen wegen in de binnenlanden. Vandaar af worden we met een bootje opgehaald dat ons naar Isadou brengt. Isadou is een klein vakantie-oord (dat klinkt alsof met de Stichting zonnebloem op pad zijn), dat middenin de Surinamer rivier ligt tegenover het dorpje JawJaw. De boottocht hiernaar toe is niet heel lang, Isadora is een van de eerste vakantieoorden. Maar gedurende de boottocht er naar toe zien we een aantal nederzettingen waar overal kinderen in het water spelen, vrouwen de was doen en ieder dorpje een toegangstrap en een houten poortje heeft. Deze poort, een Azan pau, behangen met palmbladeren zorgt ervoor dat de boze geesten het dorp niet in komen. 80 % van de bewoners hier leeft nog op traditionele wijze en met traditionele overtuigingen. 

Hutje isadouIsadou is een klein eilandje en wij krijgen een houten hutje toebedeeld en daar tegenover een overdekte kookplek. Wij hebben een driedaagse geboekt inclusief eten en worden verwelkomt met een heerlijke surinaamse lunch met een enorme hoeveelheid voedsel. Heerlijk. Alle hutjes zijn (in ieder geval aan 1 zijde) roze geverfd en hebben een klein verandaatje en deze wordt ’s avonds nog voorzien van een olielampje. Stroom is er dagelijks van 19-24. Onze eerste excursie is de volgende ochtend naar het dorp Nw Aurora. Een samengesteld dorp uit twee voormalige dorpjes en de dokterspost. huisjes in nw auroraAls we aankomen komen er al twee lieve meisjes ons tegemoet gerent, later blijken dit de dochters te zijn van de kunstenaar die we natuurlijk ook even moeten bezoeken. Deze bereiken we via de vliegtuigstrip, een groot groen licht gemaaid grasveld. We gaan duidelijk terug in de tijd. Het dorpje bestaat uit vooral houten hutjes, vrouwen dragen geruite lappen als rokken, de wat oudere vrouwen met ontbloot bovenlichaam. We zien een dame met een machete haar tuintje bewerken, de bakkerij is helaas gesloten.We pauzeren bij een winkeltje, het biertje dat we samen met de eigenaar, gids en een maomi verkopende dame delen wordt dan toch weer bij een andere winkeltje gekocht. Op de achtergrond iemand die de ‘redemption song’ tokkelt. We delen nog even het verhaal dat we in de lift staan in Salvador met Maaike en Charmaine. Daar speelde een man hetzelfde liedje op zijn gitaar, terwijl we op de lift aan het wachten zijn. Daar zong het publiek luidkeels mee uit volle borst: “No woman no pie”. De tranen biggelen Doris wederom over de wangen. "ja dat klopt ook!"

We lopen het dorpje verder door, nog een kunstenaar van hout snijwerk, deze verkoopt ook kleine houten bekertjes, goed voor het bestrijden van darmklachten. Het is hout van de Kwasibita. Doe er wat heet water in, even laten staan zodat het goed intrekt en drinken maar. De smaak moet wat bitter zijn, dit verhaal kregen we eerder ook in Peru te horen, waar ze het sap van het schors van mogelijk de zelfde boom gebruiken bij buikklachten. En omdat dit ons nog wel eens gebeurt schaffen we ons zo’n bekertje maar eens aan. We houden jullie op de hoogte van de wonderbaarlijke resultaten wanneer dit zich voordoet. (overigens wordt het ook gebruikt voor hoge bloeddruk, malaria , koorts en ga maar door) en het bekertje gaat wel zes jaar mee. Wat een koopje. Het is het grote regenseizoen (1 van de vier jaargetijden, kleine regentijd, korte droge tijd, lang regentijd en lange droge tijd). Isadou mooierVoordeel dat de rivieren lekker goed gevuld zijn en je overal kunt varen, (en dus niet steeds je bootje een stuk hoeft te tillen) maar het regent dan wel af en toe. En niet zo’n klein beetje ook! Maar we hebben mazzel, het regent vooral ’s nachts en als we ons even terugtrekken voor lunch/ diner. Maar goed al met al, indrukwekkend te zien hoe mensen hier samenleven in een gemeenschap. Veel wordt gedeeld / geruild maar er is niet heel veel. Men leeft van het bos en de rivier. We zien mensen met houten hengeltjes met een nylon draadje en anderen met een groot jachtgeweer over de schouder. In het bos treffen we daarom de volgende dag eigenlijk geen wild. Dit komt door de jacht, verteld Doris, de meeste dieren trekken zich terug, diep het bos in. Wel zijn er kleine doodskop aapjes, daar zit namelijk geen vlees aan. BoompjeWij zien er in het bos overigens geen een, wel zagen we er drie de weg oversteken op weg naar Atjoni. Maar desalniettemin is het bos prachtig en Doris neemt ons mee in zo als hij het noemt, de ‘groene apotheek” 

We zijn al eerder met een gids de jungle in geweest maar elke keer leren we weer nieuwe dingen en zien we andere planten met mooie eigenschappen. Deze keer, de koorts en knoflook plant. De knoflookplant moet het goed doen bij hoofdpijn. Voor de milde variant verpulver je de blaadjes en snuif je deze op. Maar is het wat ernstiger dan maak je er een papje van dat je op je hoofd smeert. En je ruikt dan de hele dag heerlijk naar de knof. Een andere plant, als ik het goed onthouden heb, de akoni, dat letterlijk moet het beteken 'aankomen'. Deze wordt gebruiktvoor de reiniging van de vagina en wordt vooral gebruikt wanneer de man een tijdje van huis is geweest (?!) Verder nog de jodiumboom waarvan de schors gebruikt wordt om wonden te helen en wat we echt fantastisch vonden was de telefoonboom. De boom werd vroeger gebruikt om boodschappen tussen de dorpen te verzenden. ( nu heeft werkelijk iedereen een mobiel). Doris sloeg met zijn machette op de dikke wortels met een prachtige volle diepe klank/galm tot gevolg. We eten nog wat wilde sappige vruchten die de apen hadden laten liggen, kruisen een een beekje met helder drinkwater, grote zoete bonen die jammer genoeg al opgegeten waren door de papegaaien ..... de quote van Doris: " zo kan je overleven in het bos".

Overigens zijn we wel een avond op alligator zoektocht geweest. Het is zoeken met de hoofdlamp naar de rode ogen varend langs de oevers van de Surinamerivier..We zien een paar ogen niet veel meer. Maar wanneer we op huis aan varen zien we weer de ogen, varen er naar toe en gaan aan land en zien een mooi exemplaar van ruim een meter. Mooie kop en ach, vooral niet te dicht bij komen denken we....

Terug in Paramaribo fietsen we heel wat af. We varen met het bootje over van de Waterkant over de suriname rivier naar Commewijne. Daar is een prachtig natuurgebied, annex plantage 'de Peperpot'. 

Peperpot

Hier zien we meer wildleven dan in heel 'boven-Suriname' bij elkaar. Een agouti (een soort groot knaagdier, lijkt wat op een hele grote rat, maar hier in het wild is het super schattig), vijf kleine aapjes, mooi groen bruine grote iguanen en wat mooie vogeltjes (die we vooral horen). Het geluid in het bos is hier steeds weer adembenemend als ook de plaats. Met een regenbui in de rug (en af en toe op de kop) en de daarbij hier behorende windvlagen, vliegen we over Commewijn naar het fort nieuw Amsterdam. zo wij hebben weer aan onze culturele verplichtingen gedaan en pakken weer een bootje terug naar Leonsberg. We eindigen de dag met een heerlijk Indonesisch maaltje bij de 'Blauwe grond" een van de wijken van Paramaribo waar je veel Warru's (kleine eethuisjes) vindt. Zalig. 

De afschaffing van de slavernij wordt hier groots gevierd. Op 1 juli is Keti Koti feest. De NOS maakte een prachtige serie portretten' vrijheid laat je zien'. Heel Paramaribo viert feest en overal staan kraampjes alsof het koninginnedag is met eten en drinken. Bandje keti kotiDe meeste mensen hebben zich prachtig gekleed in traditionele kleding, een kleurrijk en vrolijk geheel. Prachtige plaatjes en er wordt genoeg ingenomen. Wij gaan 's middags met een tourtje maar weer eens op zoek naar wat dolfijnen en er zijn er genoeg op de Suriname rivier. We varen langzaam met het bootje tussen de wel meer dan 30 dolfijnen door, ze springen en spelen vrolijk in het water om ons bootje heen. Vastleggen is een uitdaging, ze zijn zo leuk en zo snel. Hier zijn de dolfijntjes weer wat kleiner dan die we elders zagen, en ze hebben een mooi roze buikje.Na een bezoekje aan een van de oude plantages, dat intussen een dorpje is geworden varen we terug naar de stad met een prachtige zonsondergang. 

Maar het gaat niet helemaal goed hier in Suriname. De inflatie maakt dat er veel mensen in financiële nood zijn. De SRD (Surinaamse dollar, die sinds enige jaren de surinaamse gulden heeft vervangen) is zeer instabiel en wisselt bijna per dag, de prijzen in de winkels zijn sky high. Op dit moment zijn er zelfs in Suriname geen euros meer te krijgen. Dat maakt onze voorbereiding op Cuba wel een beetje ingewikkeld. Gelukkig helpt onze huisbaas ons een beetje uit de brand. Hij verkoopt ons zijn laatste euros. Hebben we in ieder geval de eerste week gedekt. Er is sprake van een bizarre inflatie van 46 % sinds april. Voor veel inwoners is het leven onbetaalbaar geworden. Dit heeft natuurlijk ook zijn effect op het toerisme. Doordat de prijzen stijgen zijn ook de tripjes naar de afgelegen gebieden van suriname behoorlijk aan de prijs. Voor ons backpackers in een groot aantal gevallen echt niet te betalen. Om de echte achterlanden van Suriname te bezoeken moet je vliegen, had ons leuk geleken maar past even niet in ons budget. Dus we beperken ons tot de iets dichterbij gelegen, en veelal met bus en bootjes bereikbare gebieden. Overigens zeker niet minder fraai. 

Op de volgende maandag rijden we met Emro de gids en drie andere Nederlandse vakantiegangers naar Albina. Onderweg passeren we bij een oude politiepost aan de Commewijne rivier. Hier werden in 1984 11 militairen ontvoerd, dit was mede een van de zaken die de burgeroorlog in Suriname ontketende. Indrukwekkend om daar nu te staan. Een half uur later stoppen we bij het monument 'Moiwana'. Moiwana monumentEen monument bij ter nagedachtenis aan de slachting door Surinaamse militairen in het dorp Moiwana in 1986. De achtendertig unieke zuilen zijn klein, groot, dik of dun en symboliseren de omgekomen baby’s, kinderen, vrouwen en mannen van Moiwana. Deze dorpelingen werden op 29 november 1986 vermoord tijdens de speurtocht van het Surinaamse leger naar leden van het Jungle Commando van Ronnie Brunswijk. We worden er met zijn allen een beetje stil van. Een half uur later rijden we Albina binnen, een grensdorpje aan de Marowijne rivier. Aan de overkant ligt Frans Guyana. Het is een beetje een rabberig dorpje, er wordt gehandeld. Apies te koop ;(Op de markt kun je naast parkietjes en konijntjes ook heel kleine aapjes in kooitjes kopen. Wat er verder behalve bananen de koralen (tentbootjes) in gaat is voor ons niet zichtbaar. Maar we weten dat dit een bekende smokkelplek is. Met een pica (open bootje) varen we in een uur naar Galibi, Galibi is het laatste dorpje aan de Marowijne rivier aan de Surinaamse zijde. Galibi wordt bevolkt door een unieke Carib-indianengemeenschap (Kaliña). In het dorp wonen ongeveer 800 mensen die voornamelijk van visvangst en enig toerisme leven. Het toerisme in het dorp is beperkt en voornamelijk toegespitst op het bezoek aan de zeeschildpadden die er op de stranden van het Galibi Natuurreservaat komen broeden. Buiten het broedseizoen wordt Galibi weinig of niet bezocht.In de verte zien we de oceaan liggen en het boottochtje is niet geheel vrij van vocht zullen we maar zeggen. RegentijdWillem is nat tot op de bilnaad. Naar Galibi lopen geen wegen, Pane, de Kaliña kapitein (baas van het dorp) houdt dit ook tegen uit angst dat de inheemse cultuur onder hoogspanning komt te staan. De Kadaruu (schildpad) lodge is zeer basic en ook nog niet helemaal af maar helemaal prima. Naast een keukentje en een paar slaapkamertjes hangen er onder het afdakje een paar hangmatten. Hier kruipen we vroeg in en genieten van de fantastische sterrenhemel boven ons. Om 2.00 uur am worden we gewekt en gaan in het pikkedonker de rivier op. Eerst zoeken we schildpadden aan de Guyaanse kant van de rivier maar daar hebben we geen geluk. Naast het feit dat we omringd worden door heel veel vleermuisjes worden we ook massaal lek gestoken. Dan toch maar naar de overkant van de rivier. Daar spot Emro al snel een green turtle die een nestje aan het maken is. Wij mogen pas dichterbij als hij begonnen is met eieren in het diepe gat te storten. (anders jagen we hem terug de zee in). We zien een werkelijk fantastisch proces hoe de eitjes de kuil in gaan en hoe de schildpad de eieren vervolgens op zeer gedegen wijze,(maar in onze ogen niet geheel efficiënt) toedekt. Giant leatherbackHij schept met al zijn poten zand in, over en uit de kuil terwijl hij zelf in een soort van waaierende beweging van boven op zijn eitjes de boel probeert te bedekken. Met zijn laatste vegen haalt hij een aantal eitjes omhoog, ws van een eerder nestje. er komen drie piepkleine schildpadjes uit het zand gekropen. Emro zoekt direct of er nog meer te vinden en te redden zijn, want die kleintjes zijn niet bestand tegen de uithalen van de behoorlijk grote moeder. We helpen ze naar de zee, fantastisch. 

We stappen weer in het bootje en als we bijna bij Galibi zijn spot Emro nog een tweede enorm grote schildpad, het is de leatherback! Wauw!!!! Daar kwamen we voor, wat een geweldig groot apparaat. De lederschildpad is de grootste en zwaarste schildpad ter wereld. Op enkele grotere krokodilachtigen na is het tevens het grootste nog levende reptiel op Aarde. Het gemiddelde gewicht is 575 kilogram en het lichaamsgewicht kan oplopen tot meer dan 900 kilogram, vergelijkbaar met een kleine auto. Lederschildpadden bereiken een gemiddelde schildlengte van 1,5 tot 1,6 meter, dus exclusief kop en staart. Met zijn ruim  meter moet hij wel honderden kilos wegen. Deze dame ligt wat hoger op het zand en is met de laatste grote halen haar nest ook aan het toedekken (zie het werkelijk indrukwekkende videootje (leatherback) Hoe imposant is dit! Achter haar komt de zon op, wij varen terug naar het dorp en zijn heel erg blij en meer dan tevreden met wat we gezien hebben. De tientallen muggenbulten zijn nu eens een prachtige continue jeuk van herinnering. 

We ontbijten doen een rondje door het dorp dat een totaal andere uitstraling heeft en indeling dan het eerdere dorpje van de Samarakaanen welk we bezochten in Boven-Suriname. Andere huisjes, andere cultuur, andere gebruiken.

Lesje Nederlands?

 We bezoeken natuurlijk de souvenir shop en sponseren de lokale economie en het lokale lagere schooltje. Hier is duidelijk nog iets voor verbetering vatbaar ;)

We varen met ons zeewaardige sloepje naar Saint Laurent du Maronie en zijn dus heel even in een klein stukje Europa. Hier kunnen we ook even wat Eurotjes pinnen, langzaam vullen we ons potje voor Cuba. Maar het hoogtepunt is natuurlijk de gevangenis. Van 1853 tot 1953 werden er in totaal 70.000 gevangen naar hier gedeporteerd, om mee te werken aan de kolonisatie van Frans Guyana.  Papillon was hier 1 van (hij ontsnapte vervolgens via Duivelseiland) Waarschijnlijk  kent iedereen wel de film Papillon (zeker de oudere lezers). Superlatieven schieten te kort om je enigszins een voorstelling te kunnen maken onder welke onbarmhartige onmenselijke omstandigheden de gevangenen daar verbleven en behandeld werden! Wij liepen daar gewoon rond en hadden het heet, zweet gutste uit alle poriën en wanneer we konden even wat water drinken en de schaduw op zoeken.......De gevangenen moesten de hele dag werken in die hitte. Zware crimineelDe "zware jongens"  moesten met z'n allen op het beton (ook het kussen was beton) met veel te veel naast elkaar liggen wanneer het slaaptijd was. Enkels vastgeketend aan een ijzeren staaf, alles afgesloten. Geen licht, geen zuurstoftoevoer...niets sanitair. Elk klein vergrijp ( even uitrusten tegen een muur) betekende een verlenging van je straf met maanden of jaren. Vaak eerst maanden in eenzame opsluiting. En natuurlijk hadden de fransen ook de guillotine meegenomen uit Parijs, de hoofden rolden regelmatig in het daarvoor bestemde mandje zoals onze gids in een mooie voorstelling ons vertoonde. Indrukwekkend.

We zijn weer een paar dagen in Paramaribo en boeken nog één toertje om het af te leren. Deze keer gaan we iets westerlijk de 'interior' van Suriname in. We rijden samen met een gids, kok en vijf andere toeristen in vier uur een onverharde weg af naar Witargon (ook wel Bitagron). Twee heren aan de wandel met hun zangvogelOok Tweetie het zangvogeltje van onze gids Ken is mee. Het is hier een bekend straatbeeld, mannen die met hun vogel in haar kooitje over straat lopen. Op zondag doen ze er wedstrijden mee op de markt (maar dat was voor ons te vroeg) en ze nemen ze overal mee naar toe. Een man met kooi in de supermarkt is geen gek gezicht.  Maar terug naar de trip, In Witagron  stappen we in een bootje waarmee we ruim 3,5 uur varen tegen de stroom op naar Raleigh Vallen Nature Reserve. Onderweg komen we geen andere bootjes, dorpen of enig teken van leven tegen. Met een behoorlijk houten kont en stramme knieën komen we aan op het prachtige Fungu Island. Als we aankomen komen de vele aapjes ons begroeten en ze verwachten natuurlijk bananen als beloning (hoezo pavlov, 'boot komt aan en ik krijg een banaan'). Hangmat huis fungu islandWe poedelen nog even in de rivier (je kunt ook onder een douche gaan staan, maar dat is hetzelfde water) en Audrey onze kokkin verwent ons met een heerlijke Soto soep. We slapen de nachten dat we hier zijn in het hangmatten gebouw, fijn dat er hier wel een klamboe bij geleverd wordt. De eerste dag staat ons een behoorlijke tracking te wachten van ruim 16 km (heen en weer) naar de Voltzberg. Een monoliet ontdekt in 1888 door de heer Voltz. Het is slechts 35 graden en met een behoorlijk hoge luchtvochtigheid betekent dit dat je zomaar drie liter water kunt drinken zonder ook maar een xtje te hoeven plassen. Het zweet gutsend vanuit iedere porie bereiken we na zo'n vier uur lopen de top. Het laatste stuk is behoorlijk stijl en de kuitjes staan strak gespannen maar de beloning is een groots uitzicht over de binnenlanden. Hoe fantastisch. Op de VoltzbergNa een half uurtje genieten in de brandende zon en de nodige fotosessies dalen we af en lopen we dezelfde weg terug (helaas). Maar het is mooi, het pad kronkelt door het bos, er zijn veel kleine beekjes waar we ons overheen bewegen via wankelende boomstammen en wortels van de bomen. Hugo de lokale gids staat regelmatig tot zijn knieën in de beek om ons een helpende hand te bieden. Willem maakt daar listig gebruik van en probeert een paar keer Hugo en zichzelf uit balans te brengen en beland tot drie keer toe tot zijn enkels in de meuk. Aan het einde van de wandeling komen we weer terug bij de Raleigh vallen die we nu dankbaar en uitgeput benutten om af te koelen. De stroomversnelling masseert alle vermoeide spieren. DjogoWe genieten extra van de ijskoude Djogos die Hugo die ochtend voor ons heeft koud gezet. Slapen in de hangmat is wederom heerlijk wel vliegen er zo'n honderd vleesmuisjes over ons heen, wat ben ik blij met de klamboe!! want de hoeveelheid stront die die kleine beestjes produceren.....  De tweede dag is meer relaxt en we doen een kleine wandeling aan de overkant van de rivier. Hier staat nog 1 ander pand, eigenaar is een familielid van Bouterse himself. We maken een weer mooie wandeling deze keer naar de moedervallen. Er is vanwege het (grote) regenseizoen te veel water om in de moedervallen te zwemmen, maar ze is daardoor behoorlijk indrukwekkend qua stroomversnelling. Brutale aapTerug op Fungu Island is het weer aapjes tijd, de bananen zijn op maar toch verwennen de apen ons met hun vrolijke spel (zie video apies). Maar veel vogels / wildlife hebben we tot nu toe nog niet gezien. Ken adviseert ons om rond 18.00 uur naar de landingsbaan te gaan en daar maar te gaan zitten. En dat doen we, we gaan met zijn allen met een paar flessen Djogo en de verrekijker en worden daar binnen vijf minuten op ons wenken bediend. Mooie kleurrijke papegaaien en twee toekans die elkaar het liefdeslied toezingen. Briljant. We zijn allemaal helemaal gelukkig, de kers op de appelmoes! We hebben zwaar genoten van onze reisgenoten deze trip. We verlaten Fungu Island de volgende dag, terug naar Paramaribo. 

We sluiten hierbij ons Surinaamse avontuur af. Er is nog zoveel meer te schrijven en te vertellen over wat we hier meemaken en gezien hebben, de cultuur de mensen en alle verontrustende ontwikkelingen voor de bewoners van dit prachtige land. Maar we vertellen dat graag nog eens later bij een borrel. Nu nog een paar dagen Paramaribo bij Maya appartementen, waar we intussen kind aan huis zijn en steeds weer verwend worden en enthousiast onthaald. We hebben genoten van dit prachtige land. Vrijdag op naar ons nieuwe avontuur in Cuba. 

dikke zoenen voor allen......wordt vervolgd! 

Foto’s

15 Reacties

  1. Romina:
    13 juli 2016
    Wow wat is het toch heerlijk tussen het werk door af en toe door jullie meegesleept te worden naar het paradijs! Weer een ander land met weer een totaal ander verhaal, ronduit geweldig! Die schildpad is zo groot, dat het lijkt of ie je in 1 hap kan oppeuzelen... Goede reis naar Cuba lieverds! x
  2. Cyl Schueler:
    13 juli 2016
    Heel interessant dat verslag van jullie. Zeker omdat je her en der al eens wat gehoord hebt van Nederlanders die daar gewoond hebben, zodat er e.e.a. herkenbaar wordt. Ja dat boek Papillon heb ik ooit gelezen, maar ik kan me er niet veel meer van herinneren, behalve hoe verschrikkelijk het daar geweest moet zijn. Goed reis naar Cuba! Groetjes Cyl
  3. Cyl Schueler:
    13 juli 2016
    aanvulling: de video's van de leatherback zijn indrukwekkend! Goeie tip! Cyl
  4. Jantine:
    13 juli 2016
    Hai! Viavia bij jullie reispagina terecht gekomen, wat een gave reis maken jullie. Jaloersmakend... Ooit...
    Mooie beschrijving van Suriname; 'Leuk' is vaak een nietszeggend en algemeen woord, maar Suriname is met recht een leuk land! Leuke mensen, hilarische communicatie, hard en veel lachen :-) en daarnaast ook nog eens prachtig!
    Veel plezier in Cuba en latere bestemmingen!
  5. Anneke:
    13 juli 2016
    Wat een geweldig reisverhaal weer en prachtige foto's ( feest van herkenning), fantastisch land, hè! Ben heel benieuwd hoe jullie Cuba gaan ervaren, wij waren er vorig jaar mei en toen was het overvol met europese toeristen die nog snel Cuba wilden doen (net zoals wij) voordat de amerikanen zouden komen. Je kan overigens met een Visa creditcard wel CUC's opnemen bij de bank. Goede reis naar Havana en neem een mojito van me ;) XOXO
  6. Willem & Machteld:
    14 juli 2016
    Fijn @Anneke dat we cucs met de visa kunnen opnemen! Goed om te horen, dat scheelt weer een zoektocht naar euros. @Jantine; leuk dat je ons gevonden hebt en het is inderdaad vooral veel en heel hard lachen. @Cyl; ja en dan was Papillon nog geromantiseerd. Maar het allerergste was nog; eenmaal vrij dan kreeg je natuurlijk geen ticket terug naar Frankrijk, dan mocht je gaan sparen en zorgen dat je niet weer een 'licht' vergrijp pleegde want je zat zo weer achter de tralies. Veel inwoners van nu zijn achter(achter) klein kinderen van deze oude gevangenen.
  7. Arienne:
    15 juli 2016
    Het is dezelfde wereld, maar die van jullie is dit jaar is toch wel prachtig! Fijn dat ik soms even kan meekijken via jullie verslagen. Wat een ervaring. Wat hebben we het hier toch vanzelfsprekend goed, maar wat is er verder ook zoveel moois! Hug.
  8. Monique van der Plas:
    18 juli 2016
    Bedankt voor het leuke reisverhaal. Wij vertrekken zaterdag naar Suriname en gaan ook 4 dagen de rivier op en nog een paar tourtjes. Nog een vraagje: ik had begrepen dat er geen malaria was maar jullie hebben het er wel over. Is er toch malaria in Suriname?
  9. Mirjam:
    21 juli 2016
    Hallo lieve luitjes. Wat een prachtig verhaal weer. Super om te lezen. Wij vertrekken zaterdag voor Zweden met de camper. Gaat mijn eerste camperervaring worden. Veel zin in. Geniet van Cuba.liefs Mirjam
  10. Jaap:
    24 juli 2016
    Hey machteld en willem,

    Lekker aan het genieten van de aparte bulten in Vinales? Toevallig ook aan het kijken vanuit Los Jamines?

    Wij zitten nu nog in Panama in de Seagull Lodge in Boca Chica aan de Pacific en gaan vandaag naar Bocas del Toro. Nog tips wat we absoluut moeten doen?

    Xxx lien luz tom kiet en jaap
  11. Mark:
    1 augustus 2016
    Geweldig allemaal weer...
    Hier is het zomer, ik heb mezelf maar eens verwend met een nieuwe paraplu...
  12. Willem & Machteld:
    10 augustus 2016
    Dag allen, wegens slechte internetopties in Cuba hebben we een tijdje stil gestaan met ons reisverslag en ook met het beantwoorden van een aantal vragen. Maar het is in de maak! Dus wordt vervolgd.
  13. Mark:
    10 augustus 2016
    potiedomtiedom........(getik met vingers op achtergrond, wiebelend voetje)...nog maar een keer die refresh knop indrukken....
  14. Willem & Machteld:
    10 augustus 2016
    hey bro....je kunt vast wat splaatjes kijken, het verhaal volgt spoedig.
  15. Mark:
    11 augustus 2016
    Ohhhhhhhhhh x